Soera 46 bochtige zandpaden

Door Ibn Sufi al Kitab

Deze soera verhaalt de situatie nadat Mohammed en zijn bandieten uit Mekka werden verdreven en zich in de joodse stad Yathrib vestigde. Yathrib werd later door moslims herbenoemd als Medina.
Deze soera heeft ook de bedoeling om Mohammed als profeet en als doorgeefluik van Allah te benadrukken. Als u Mohammed niet volgt dan begaat u een zonde, dat met een plaats in de hel moet worden bestraft,


“…Als u (de leer] van Allah weigert…echt, Allah leidt het  onrechtvaardige volk niet. ” [46:10]


Vertrouw op Mohammed én op Allah’s belofte van een hiernamaals, dan zult u gezegend zijn. Allah wilt u toch niet laten afdwalen?
De ”bochtige zandpaden” verwijst naar het desolate land van Arabia waar men makkelijk kan verdwalen of door dorst en honger kan sterven.
In de Arabische mythologie waren de ‘waarschuwers’ de profeten die metaforen gebruikten om mensen te wijzen op verkeerd gedrag en voor de gevaren voor zichzelf of hun stammen in gevaarlijke contreien.
Het stuifzand en de veranderende duinen creëerde verraderlijke gebieden en alleen degenen met goddelijke leiding kon hopen op veilige wijze er doorheen te kunnen navigeren. Deze gevaarlijke situaties werden gebruikt als metaforen voor de wreedheden, het geweld en de eindeloze stammenstrijd tussen de heidenen in Arabië.
De enige manier om in een dergelijke omgeving te overleven was door het gebruik van het zwaard en de stammen sterkte:


Toen hij zijn volk tussen de zandheuvels waarschuwde – zijn er waarschuwers vََoor en na hem geweest – “Dient Allah alleen, want ik vrees de straf voor u.” [46;21]


Mohammed is dus de boodschapper

  • die de Arabieren via de kronkelende zandpaden kan leiden naar geestelijke en politiek-economische zaligheid
  • die een vernietiging op de dag des oordeels kan voorkomen
  • die u kan laten ontsnappen aan de nogal verwoestende gewelddadigheden in het pre-moderne Arabië.

Hij heeft Allah’s zegen en de bevoegdheid om de arme, bange heidense Arabieren te veranderen in sterke, welvarende aan God gewijde monotheïsten, die het hellevuur op de dag van het oordeel kunnen vermijden:


‘Mohammed zei: ‘De kennis ligt slechts bij Allah, ik breng aan u over waarmede ik ben gezonden, maar ik zie dat u een volk in onwetendheid bent!’….Vervolgens, toen zij de straf in de vorm van een wolk zagen komen, zeiden zij: Deze wolk zal ons regen geven!’ “ Maar neen, dat is hetgeen gij zocht maar het was een wind die een smartelijke straf bevatte. ” [46:23-24]


Mohammed maakt hier gebruik van een normale storm met de bewering dat Allah zijn missie ondersteunt met bovennatuurlijke krachten. Mohammed kopieert hiermee Gods hulp aan Mozes. De maangod laat zien dat het even krachtig is als de God van Mozes en de Koranschrijvers hebben beide versmolten tot een en dezelfde.
Mohammed verlangde ook dat moslimzonen hun islamitische ouders zouden liefhebben en gehoorzamen; dus wanneer de ouders eenmaal de islam omarmt hebben, dan moet dat ook door het nageslacht aanvaard worden.

Maar degene, die tot zijn ouders zegt: “Foei gij beiden! Dreigt gij mij dat ik opgewekt zal worden, terwijl geslachten reeds voor mij zijn vergaan” En beiden ouders roepen Allah om hulp:


“Wee u! Geloof! Want de belofte van Allah is waar.” Maar hij (de zoon) zegt: “Dit zijn slechts fabelen der ouden.”  [46:17]


tezamen met de volkeren van de djinn en de mensen die voor hen zijn heengegaan, zullen zij zeker de verliezers zijn. [46:18]


en zij zullen bij alle andere ongelovigen worden geplaatst. U zult vandaag gecompenseerd worden met een vernederende straf in het vuur…” [46:20]


Wanneer u naar uw ouders ongehoorzaam bent stelt u zich gelijk met de Joden en christenen en uw ondergang is gegarandeerd.
Hetzelfde betrof de Quraysh stam van Mekka, toen ze het mohammedanisme bleven verwerpen tot zij zich na de verovering van Mekka in 630 AD bekeerde. De Quraysh waren dus gered.
Maar deze soera maakt duidelijk dat een kwaad lot de Quraysh zouden treffen als zij Mohammed niet als hun religieuze leider Mohammed hadden geaccepteerd;


“En waarlijk, Wij hebben om hen heen de steden vernietigd, en Wij hebben de tekenen uitgelegd opdat zij zich mochten bekeren. [46:27]


Allah wilde dat de moslims hun vijanden vernietigde met oorlogen en terreur. De Quraysh werden gewaarschuwd dat het lot van de grote Joodse stammen; onthoofd, geknecht of verbannen, ook voor de Mekkanen konden gelden.

Door overvallen op karavanen, de plunderingen en terreur, had Mohammed de mogelijkheid zijn leger geduldig uit te bouwen. Zijn toegenomen rijkdom, prestige en politieke macht werd aan Allah toegeschreven en was een les voor alle moslims.


Wees daarom geduldig (o profeet) zoals de boodschappers die onverzettelijk waren, en wees omtrent hen niet haastig. De verkondiging is aan u en niemand wordt vernietigd behalve het overtredende volk. [46:35]


Net als Mohammed moet de vrome moslim enkel zijn krachten opbouwen en wachten. Allah zal toch wel de ongelovige in het hellevuur laten branden. De islam zal zegevieren. Het is slechts een kwestie van tijd, tactiek, strategie en geduld. Mohammed richtte een onwaarschijnlijke cult op met een paar dozijn aan gangsters en veroverde Arabië in naam van de maangod Al-Allah. Waarom dan niet na enige tijd de hele wereld? Allah wil het. En zijn wil zal geschieden.

western-civilisation.com