Liefhebben en haten voor Allah

Tijdens een islamitische terreuraanslag op oudejaarsavond in Rusland, reden twee moslimmannen – Akhmed Imagozhev, 22 en Mikail Miziyev, 18 – met hun auto in op mensen en staken twee politieagenten dood, waarvan één een getrouwde vader van vier. Andere agenten schoten vervolgens een van de jihadisten dood, terwijl de andere gewond in het ziekenhuis werd opgenomen.

Een afbeelding van de twee moslimmannen die poseren met messen, werd later op sociale media ontdekt. Onder de afbeelding verschijnen de woorden “liefde en haat gebaseerd op Tawhid!”

Dit is niet de eerste keer dat deze ogenschijnlijk tegenstrijdige uitdrukking verschijnt in verband met islamitische terreurdaden. Ook na het lanceren van een succesvolle aanval waarbij twee politieagenten in de Kasjmirvallei omkwamen, rechtvaardigde de militante commandant van Kashmir’s Hizb al-Mujahidin – “de Partij van Jihadisten” – de moorden door te zeggen: ” Wij houden van, en haten omwille van Allah .”

In deze cryptische slagzin liggen de wortels van het conflict tussen de islam met de rest van de wereld. ‘Liefhebben en haten’ als ook ‘loyaliteit en vijandschap’  is een van de vele vertalingen van de islamitische leer van  ‘al-wala ‘wa’l-bara’

Het  al-wala gedeelte, vertaald als  ‘liefde’, ‘loyaliteit’ enz. – vereist dat moslims altijd medemoslims helpen en ondersteunen (inclusief jihadisten, door bijvoorbeeld het geven van geld of zakat ). Een middeleeuwse moslimautoriteit zei: ”Het is de gelovige verplicht om vriendschap te sluiten met een gelovige, zelfs als hij onderdrukkend en gewelddadig naar u is. En vijandig moet er zijn tegenover de ongelovige – zelfs als hij liberaal en vriendelijk voor u is. Dit is een duidelijke weerspiegeling van koran 48:29: “Mohammed is de Boodschapper van Allah; en degenen die met hem zijn, zijn hard tegen de ongelovigen, barmhartig onder elkaar.”

Maar het albara gedeelte – de’ haat en vijandschap ‘- manifesteert zich dermate dat zelfs degenen in het Westen die niet noodzakelijkerwijs bekend zijn met de bijzonderheden van de moslimleer, het bara ervaren. Bijvoorbeeld in november 2015, na een reeks dodelijke islamitische terreuraanvallen in het Westen, zei presidentskandidaat Donald Trump: “Ik denk dat de islam ons haat. Er is daar iets dat een enorme haat teweeg brengt. Er is een enorme haat. We moeten het tot op de bodem uitzoeken. Er is een ongelooflijke haat tegen ons. ”

Deze “geweldige” en “ongelooflijke haat” is niet het product van grieven, politieke factoren of  een “extremistische” interpretatie van de islam; het is eerder een direct bijproduct van de reguliere islamitische leerKoran 60: 4 is een belangrijke pijler van deze leerstelling en spreekt voor zich. Zoals Osama bin Laden ooit schreef:

Wat betreft de relatie tussen moslims en ongelovigen, dit wordt samengevat in het Woord van de Allerhoogste: “Vijandschap en haat zullen voor altijd tussen ons heersen – totdat je alleen in Allah gelooft ”[koran 60: 4]. Er is dus een vijandschap, blijkend uit felle vijandigheid vanuit het hart. En deze felle vijandigheid – dat wil zeggen, strijd – houdt alleen op als de ongelovige zich onderwerpt aan de autoriteit van de islam, of als het verboden is zijn bloed te vergieten [dwz wanneer levend als een dhimmi], of als moslims op dat moment zwak en onbekwaam zijn. Maar als de haat op enig moment uit het hart verdwijnt, is dat een grote verzaking!… Dit is dan de basis en het fundament van de relatie tussen de ongelovige en de moslim. Strijd, vijandigheid en haat – van de moslim gericht op de ongelovige – is basis van onze religie.

Evenzo zegt Islamitische Staat tegen het Westen in de context van Koran 60: 4: “Wij haten u in de eerste plaats omdat u ongelovig bent.” Politieke grieven zijn secundaire redenen voor de jihad. ISIS zei:

Het is een feit dat, zelfs als je zou stoppen met ons te bombarderen, te martelen, te belasteren en ons land in te nemen, dan blijven we je haten ​​totdat je de islam omarmt. Zelfs als je  jizyah zou betalen , en in vernedering onder de autoriteit van de islam zou leven, zouden we je blijven haten.

Koran 58:22 gaat zelfs zo ver dat moslims worden geprezen die hun eigen niet-moslim familieleden vermoorden: hun vaders, hun zonen, hun broers of hun naaste familie. ”

Volgens Ibn Kathir’s algemene commentaar op de koran, verwijst dit laatste vers naar een aantal moslims die hun eigen niet-moslimverwanten afslachtte (de één doodde zijn niet-moslimvader, een ander zijn niet-moslimbroer, een derde – Abu Bakr, de eerste gerespecteerde kalief van de islamitische geschiedenis – probeerde zijn niet-islamitische zoon te doden, en Omar, de tweede kalief, slachtte zijn familieleden af.
Ibn Kathir voegt eraan toe dat Allah enorm tevreden zou zijn met hun onwankelbare ijver voor Zijn zaak en Hij zou hen belonen met het paradijs.

Er zijn meer verzen die de tweedracht zaaiende leer van  al-wala ‘wa’l-bara’ ondersteunen, zoals 4:89, 4:144, 5:51, 5:54, 6:40, 9:23, en 60:1.

Er is één voorbehoud, vastgelegd in koran 3:28: wanneer moslims zich in een zwakke positie bevinden,  mogen ze doen alsof ze vriendschap sluiten met niet-moslims , in acht nemend dat de haat in hun hart blijft bestaan ​​(zo is  taqiyya ; zie  hier ,  hier , en  hier  voor voorbeelden; voor andere islamitische gesanctioneerde vormen van misleiding, lees over  tawriya en  taysir ).

Omdat vijandschap tegen niet-moslims zo ijzersterk in de koran aanwezig is, stelt de reguliere islamitische leer dat  moslimmannen zelfs hun niet-moslimvrouwen moeten haten – en het moeten laten zien – om geen andere reden dan dat ze “ongelovig” zijn.

Als moslims degenen die het dichtst bij hen staan ​​moeten haten – inclusief vaders, zonen, broers en echtgenotes – simpelweg omdat ze niet-moslims zijn, is er dan enige verrassing dat zoveel moslims buitenlandse ‘ongelovigen’ haten die aan de andere kant van de oceaan wonen – zoals Amerikanen.

In het kort, jihad, terrorisme of oorlog tegen niet-moslims bestaat voor slechts één reden – dat zij niet-moslims zijn – en het is een over het hoofd geziene, in de koran verweven islamitische geloofsleer met de naam Al-Wal Wal-Bara.


Tweedracht zaaiende geloofsleer van al-wala ‘wa’l-bara’ ondersteunen

4:89 Zij (de hypocrieten) verlangen dat jullie niet geloven (het licht bedekken) zodat jullie gelijk zullen zijn aan hen. Dus sluit geen verbond totdat ze zich bekeren. Maar als zij zich afkeren, grijp hen en doodt hen waar jullie hen vinden. En neem geen vriend of een helper uit hen.

4:144. O, gij die gelooft, neemt geen ongelovigen tot vrienden boven de gelovigen. Wilt
gij Allah een duidelijk bewijs tegen uzelf geven? (zoekend naar eer bij de hypocrieten)

5:51. O, gij die gelooft, neem joden en de christenen niet tot vrienden. Zij zijn
elkanders vrienden. En wie uwer hen tot vrienden neemt, is inderdaad één hunner.
Voorwaar, Allah leidt het overtredende volk niet.

5:54. O, gij die gelooft, wie onder u zich van zijn godsdienst afkeert, laat hem weten, dat
Allah weldra een ander volk zal voortbrengen dat Hij zal wél liefhebben en die Hém zullen
liefhebben, vriendelijk en nederig zijnde jegens de gelovigen en hard en streng jegens de
ongelovigen. Zij zullen voor Allah’s zaak strijden en het verwijt van een berisper niet
vrezen.

6:40. Zeg: “Wat denkt gij? Als de straf van Allah, of het uur over u komt, zult gij dan
iemand anders aanroepen, dan Allah, als gij waarachtig zijt?”

9:23. O gij, die gelooft, neemt uw vaders en uw broeders niet tot vrienden als zij ongeloof
boven geloof verkiezen. En wie onder u met hen bevriend is behoort tot de overtreders.

60:1 O gij die gelooft, neemt Mijn vijanden en uw vijanden niet tot vrienden! Biedt gij hun
vriendschap aan, hoewel zij de Waarheid die tot u is gekomen hebben verworpen? Indien gij
optreedt om voor Mijn zaak te strijden en Mijn welbehagen te zoeken, zoudt gij hun dan
in het geheim vriendschap betuigen? En Ik weet het beste wat gij verbergt en wat gij
openbaar maakt. En wie van u zo handelt, is zeker van de rechte weg afgedwaald.