Soera 29 de spin

Door Ibn Sufi al Kitab.

”Strijden” in de koran, betekent het verspreiden van de islam.
De hele koran is een oproep tot imperialisme, suprematisme en haat naar geloofsweigeraars.
Het ”strijden” zoals deze soera duidelijk maakt, betekent het werken aan de verspreiding van Allah’s dominantie, wereldwijd.

Voor mannelijke moslims is het leven na de dood met wijn, vrouwen en plezier alleen gegarandeerd wanneer zij streven [zoals strijden] om hun god tegemoet te komen;


29:5 ”Voor degenen die een ontmoeting met Allah verwachten streven [zoals strijden), want de (aangewezen) termijn [van leven] door Allah zal zeker komen en Hij hoort en weet (alles).


Net als alle soera’s is ook dit hoofdstuk een verzameling van ‘gij zult’. De geboden zijn echter niet ontworpen om de persoon te bevrijden, het aardse bestaan te verbeteren of het individu spiritueel te verheffen. De geboden zijn eisen om Allah te ondersteunen, omdat volgens de islamitische verbeelding, elke persoon terug’ zal keren naar Allah voor een beoordeling.


29:23  ”Zij, die niet geloven in een ontmoeting met Hem, geloven niet in Zijn barmhartigheid; deze zullen een smartelijke straf ontvangen.”


Dus wilt u een goed leven in het hiernamaals, dan moet u gehoorzaam zijn, de rituelen volgen en de boodschap verspreiden.
Het onderwerp ”uitverkorenen” komt regelmatig voor, zoals ook in deze soera:


29:21 “Hij straft wie hij wil, en geeft genade aan wie hij wil…”


Allah is dus een wispelturig entiteit. Voor een kleine fout in het volgen van de korangeboden kunt u in de eeuwige hel belanden om samen met de gehate joden door het hellevuur geroosterd te worden.


29:54 “…maar waarlijk de hel zal de ongelovigen omringen!”


‘Geloof’ betekent natuurlijk de islamitische ideeënleer. Het is in de moslimwereld voor een goed persoon onmogelijk om in de islamitische hemel te komen zonder trouw te zijn aan de islamitische doctrine. Ook al gedraagt men zich nog zo beschaafd, als men geen moslim is zullen zij branden in de hel. Hoe tolerant.
De gelijkenis met ‘de spin’ verwijst naar de door niet-moslims gebouwde ”zwakke huizen”. Het spinnenweb is zwak, maar het echte huis van Allah is sterk [29:41]. Een goede wind kan het huis van de spin wegvagen, maar het huis van Allah niet. Joden en christenen zijn dus de bewoners van het zwakke spinnenhuis. Moslims zijn ingekapseld in de onbreekbare fundamenten van de islamitische doctrine.
Als u de genade en barmhartigheid van Allah wilt, dan moet u de verblijfplaats van de spin verwerpen en op zoek gaan naar de islam. Het is geen toeval dat de koranschrijvers, de spin gebruikten om Joodse gebedshuizen te beschimpen. De spin is een plaag, een last, een wezen dat ten behoeve van de mensheid niets produceert en zichzelf niet beminnelijk maakt door zich aan menselijke woonhuizen te hechten. De spin wordt gedood. Dus ook de gebedshuizen van het Joodse geloof moet worden vernietigd.


29:68 “Is er voor de ongelovigen geen woning in de hel?”


Geloof in de islam is onderwerping aan Allah. Geloof heeft niets te maken met de gulden regel, Joodse ethiek of met de teksten van Matteüs. Buig en stel je verwaarloosbare leven in dienst van Allah,


29:56 “O mijn dienaren die geloven! Waarlijk, mijn aarde is ruim: Dien derhalve enkel mij!”


Dienen, gehoorzamen, kruipen. Dat is de islam. Niet een geloof, maar een cult. Niet een godsdienst maar een heidendom. Niet een theologie met de nadruk op het vieren van het aardse leven, maar op het vieren van het eeuwige leven na dit leven.