door Ibn Sufi-al-Kitab
Ik vraag me af of moslims in verlegenheid worden gebracht door hun achterlijke heidendom en geritualiseerde domheid van hun politieke theocratie.
■ Een steen kussen of groeten?
■ Zeven keer draven rond een heiligdom?
■ Te geloven dat een zwarte asteroïde, ooit in zijn zuiverheid een witte steen door de maangod ilah aan Adam gegeven is?
■ Te geloven dat de kleur van de witte asteroïde is veranderd in een zwarte kleur, vanwege aanraking door de zondige mens?
■ Lopen tussen twee heuvels op zoek naar water omdat de echtgenotes van Abraham dat ook deden, terwijl Abraham nooit in de buurt van Mekka is geweest?
■ Stenen gooien naar kleine duiveltjes?
■ De zonneduivel wegjagen?
■ Is steen -en maanaanbidding een religie?
De moslims die gestudeerd hebben zouden zeker verontwaardigd moeten zijn door deze hersenloze rituelen. Mohammad, uitvinder van de islam zag weinig nut in Joden, christenen of zwarten. Een niet-moslim moest worden vernederd, geslagen, gedood, verkracht en hun bezittingen geplunderd.
Het Arabisch heidendom werd door Mohammed gewoon overgenomen en combineerde het met de maangod om het vervolgens heilig te verklaren als een monotheïstische religie.
De Ka’aba, het huidige centrale moslim heiligdom, gewijd aan Mohammed of Allah [beide dezelfde], bestond al minstens 600 jaar vóór het ontstaan van de islam.
De wereldgeschiedenis steunt op geen enkele wijze de koran claim, dat de Ka’aba altijd een plaats van monotheïstische, niet-afgodische verering is geweest.
De vroegste vermelding van de Ka’aba is gevonden in de geschriften van Diodorus Siculus van ongeveer 60 v.C., en beschreef het als een “tempel dat door de Arabieren zeer eerbiedigt werd.
Dienovereenkomstig dateert de Ka’aba ten minste van vóór de tijd van Christus.” Het aanbidden van stenen en alsmede hemellichamen van ons zonnestelsel waren kenmerkend voor de ongeschoolde, analfabetische en zeer arme heidense Arabieren.
Offergaven aan hemelgoden voor water of verkoeling waren gebruikelijk en verplicht in een gelovige bedoeïenen
Zo werden ook speciaal uitziende stenen aangewezen voor goddelijke aanbidding.
De meeste uitgekozen stenen waren slechts asteroïden die de Arabieren in de woestijn vonden.
De eigenheid van deze stenen maakten zo’n indruk op de Arabieren dat zij veronderstelden dat de stenen zeker tekens van een goddelijke macht moesten zijn.
De volksstammen rond het gebied van de steen moesten een Hajj of reis naar de goddelijk gewijde structuren van de steen maken en toonden hun respect door het te vertroetelen en te kussen.
In Mekka werden vrouwen gedwongen om met hun genitaliën over de zwarte steen te wrijven om de vruchtbaarheid te bevorderen. Hoe logisch en intelligent.
“Vóór de tijd van Mohammed, aanbeden de Arabieren stenen en de zwarte steen was een van deze objecten van aanbidding. Niet alleen werd het kussen van deze steen in de islam opgenomen, de hele plichtpleging van de hajj bedevaart van vandaag de dag, is fundamenteel hetzelfde als van de Arabieren van vóór het Mohammedanisme.
Mohammed veranderde enkel de betekenis van deze plichtplegingen maar heeft de riten en bedevaart gelaten zoals het was.
Al-Kindi, een moslim historicus die de islam uiteindelijk verlaten had verklaarde lang geleden dat Allah niet hetzelfde is als de christelijke God, maar gewoon een noordelijke Arabische maangod El-Lah.
Er is eveneens geen gelijkenis tussen de god van de christenen en die van de moslim: Al-Kindi wees erop dat de islam en Allah als God, uit het heidendom van de Sabeans waren ontstaan.
De Sabeans hebben de God van de Bijbel niet aanbeden maar wel de maangod en zijn dochters al-Uzza, al-Lat en Manat. Het mohammedanisme heeft meer gemeen met heidendom dan met het Joods-christelijke monotheïsme.
De feiten zijn duidelijk.