De God van de islam is een heidens symbool voor de maan, niet de goddelijke vonk van het leven.
door Ibn Sufi al Kitab.
Arabieren en moslims zeggen dat de koran het mooiste stuk poëzie is dat ooit bedacht is. Deze bewering is ongeveer net zo feitelijk als de mythische Arabische en islamitische ‘gouden jaren’ of het onophoudelijke gezang van ‘islam is vrede.’ De werkelijkheid is anders. De koran is afschuwelijke waanzin en een van de slechtste, meest herhalende, racistische geschriften ooit geschreven door semi-analfabeten. Met een Arabische ‘God’ als ingenieur en knutselaar, die alles weet en voor altijd en eeuwig alle zaken regelt.
De God van het westerse, joodse en christelijke concept is het idee om alles uit het leven te halen, te scheppen, om goed te doen, tolerant en dankbaarheid te zijn met daarbij de gouden regel in acht nemend. Hij is geen God dat eeuwig gefascineerd is door wat u denkt en over uw schouder meekijkt, of geobsedeerd is door het straffen of doden van degenen die de Bijbel overtreden, of een obsessie heeft of u wel of niet eindeloos op uw knieën bidt, smeekt en dankt, in een leven van ongerijmdheden en rituelen.
Vanwege zijn waarschijnlijke analfabetisme en zijn brute persoonlijkheid, moet Mohammed een zeer slechte leerling in de J-C ideologie zijn geweest. Hij heeft de ware aard van de J-C God volkomen verkeerd begrepen. In plaats van God in de natuur te ontdekken of binnen onszelf – en dat is wat Christus en de vroege Joodse ethische leraren onderwezen – was Mohammed gericht op het manipuleren van mensen, zich bemoeien met anderen en oorlogen veroorzaken.’
Het is duidelijk dat het mohammedanisme geen gelijkenis of verbinding heeft met het Joods-christendom. Het was en is een maancult. De moslims bespotten en plunderden de heidenen en bestreden hen met onderdrukking of de dood. Terwijl de islam zelf de meest denkbare uitdrukking van het heidendom is.
De God van de Koran heeft niets gemeen met de God uit de Bijbel. Mohammed heeft de JC filosofie verkeerd begrepen. Het is geloven in een god die de goddelijke vonk van het leven is; En dat God in ons zit, om ons heen en door ons heen loopt – maar hij zal geen gebeurtenissen veroorzaken, zoals een zandstorm of het gezang van een vogel of het huilen van een baby of ons te ketenen aan een almachtig boek over fatalisme:
Het idee van ‘God’ is fundamenteel anders in de islam. In het christendom is God grotendeels antropomorf met menselijke eigenschappen – met name in het Oude Testament. Hij is een persoonlijke God. In de islam weet niemand wat/wie Allah is. Het is zeker geen persoonlijke humanistische God. Het is onpersoonlijk, onbekend – iets wat je zou kunnen verwachten van een maancult. Hoe kan men een opperwezen leren kennen die een fase van de maan vertegenwoordigt!
Niemand weet wat Allah is omdat Allah een Arabisch heidens maansymbool is, verbogen in een mentale abstractie dat met ‘de christelijke God’ is gelijkgesteld, met als doel dat de joden en christenen zijn Mohammeds leiderschap aanvaardde. Maar zijn plan mislukte. De joden en christenen in het Arabië van de 7e eeuw wisten dat hun God niets gemeen had met een maangod. Dus verwierpen zij Mohammeds claim, een profeet te zijn. En terecht.
God is een concept van goedheid ingebed in de gouden regel en in het boek van Matteüs. De koran heeft dat niet.
Mohammeds maansymbool is de weergave waar het christendom tegen predikte; racisme, haat, geweld, hebzucht, plunderen, verkrachting, polygamie en oorlog. Geen wonder dat Mohammed door Arabische joden en christenen belachelijk werd gemaakt.
Voor hen zou de filosofie van de islam lijken op die van de anti-God of de anti-Christ. En zo is het echt.