Koran (33:36)
“En het betaamt de gelovige man of vrouw niet, wanneer Allah en Zijn boodschapper over een zaak hebben beslist, er voor hen nog een andere keuze te maken valt.”
Koran [45:21]
Verbeelden diegenen die slechte daden doen, dat Wij hen gelijk behandelen met degene die geloven en goede werken verrichten, zodat hun leven en hun dood gelijk zullen zijn? Verkeerd is hun oordeel.’’
■ Ongelovigen zijn niet gelijk aan moslims. Dit wordt herhaaldelijk weerspiegeld in de islamitische wet.
Koran [39: 9]
”..zijn zij die weten, gelijk aan hen die niet weten?”
Koran [4:141]
“..en Allah zal de ongelovigen op generlei wijze over de gelovigen doen zegevieren”
■ Dit is in strijd met de democratie. Democratie is een systeem waar iedereen kan dienen in een positie van macht, ongeacht religieuze overtuigingen.
Koran (63: 8)
“..maar eer behoort aan Allah, Zijn boodschapper en de gelovigen; de huichelaars echter weten het niet.
Koran (5:49)
”En spreek recht tussen hen naar hetgeen Allah u heeft geopenbaard en volg hun boze neigingen niet en wees op uw hoede dat zij u niet afleiden van hetgeen Allah u heeft geopenbaard.”
■ Allah van de Koran heeft voorrang boven de verlangens van de mensen. Een democratische natie is door mensen geschapen en niet door de sharia. Het vers maakt duidelijk welke kant een moslim moet kiezen.
Koran (4:123)
“Wie kwaad doet zal ervoor worden gestraft en hij zal buiten Allah, vriend noch helper vinden.”
Koran (04:59)
“O, gij die gelooft, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en degenen met gezag uit het midden van gelovigen ”
■ Gehoorzaamheid wordt strikt bevolen door een regering dat ontleend is aan de islam. Dit vers wordt ook gebruikt om onderwerping aan een autoritair islamitisch bewind te rechtvaardigen.
Koran (9:3)
“…Allah en zijn boodschapper zijn vrij van verplichting aan de ongelovigen…”
■ Mohammed gebruikt deze “Openbaring” om een permanent verdrag te ontbinden en niet-moslims uit hun huizen te jagen die zich niet tot de islam wilden bekeren. Dit soort praktijken zouden in een ware democratie onverenigbaar zijn, waarin iedereen als gelijke wordt beschouwd.
Uit de Hadith:
Muslim 19:4294
”Als u uw vijanden, de polytheïsten ontmoet [christenen enz], nodig hen dan uit voor drie lessen.
-Als zij de lessen aanvaarden, dan accepteert u dat ook en onthoud u zich van enig kwaad tegen hen. Daarna verzoekt u hen de islam te accepteren.
-Aanvaarden zij de islam, dan moet u afzien van een gevecht tegen hen.
-Als ze weigeren de islam te aanvaarden, eis dan de jizya. Als zij willen betalen, accepteer dat dan en houd uw handen thuis. Als ze weigeren belasting te betalen, zoek hulp bij Allah en bestrijdt hen.”
■ Niet-moslims worden geacht ondergeschikt aan moslims te zijn.
Bukhari 88:219 ”Nooit zal een volk succesvol zijn met een vrouw aan het hoofd.”
Bukhari 89:251 ”De apostel zei: “wie mij gehoorzaamt, gehoorzaamt Allah, en wie mij niet gehoorzaamt, gehoorzaamt Allah niet, en wie mijn benoemde heerser gehoorzaamt, gehoorzaamt mij en wie hem niet gehoorzaamt, gehoorzaamt mij niet.”
■ De heerser wordt hier een door Allah gekozen kalief bedoeld die dus niet door democratische verkiezingen verkozen is.
Aanvullende opmerkingen:
Citaat van de geestelijke Sayyid Qutb;
“Het is Allah en niet de mens die bepaald. Allah is de bron van alle macht, ook in de politiek. Deugd is de hoogste waarde, niet de vrijheid. Daarom moet niet de mens maar Allah’s wet de samenleving regeren.”
De islamitische wet is gebaseerd op de Koran en Soenna. Er is geen behoefte aan aanvullingen of correcties. Evenmin is er ruimte voor de wetten van de onvolmaakte mens (dus met name de niet-moslims). Noch mag Allah’s volmaakte wet vervangen worden, die de mens alles verteld over hoe dagelijks te leven.
Wanneer de islam niet de autoriteit over een natie heeft dan wordt deze natie beschouwd als een ‘inferieure seculiere dictatuur’ die over het islamitische volk heerst.
Een Amerikaans-islamitische jurist klaagde;
‘Democratie zaagt aan de poten van het gezag van de umma.’
Ook het stemrecht als individu is essentieel in een democratie, maar is ketterij in de islam. Volgens de Koran is de getuigenis van een vrouw slechts de helft waard van die van een man, en Joden en christenen staan nooit op gelijke voet met de moslims (en staan zeker nooit in een positie van gezag over moslims).
Hervormingsgezinde moslims verkiezen dit alles te negeren en wijzen naar soera 42:38, waarin staat “wier manier van handelen een zaak van wederzijds overleg is,” dat als bewijs wordt gebruikt dat de islam verenigbaar is met democratie. Ook de volgende hadith wordt herhaaldelijk geciteerd; “mijn gemeenschap zal het over een fout nooit eens zijn.” Op basis van deze tekst is er een concept van consensus voor het bepalen van zaken betreffende de islamitische wet. Maar dit concept van consensus [ijma] is altijd controversieel geweest en wordt weinig gebruikt.
De Amerikaanse geleerde Jamal Badawi zegt dat het de plicht van iedere moslims is om de islamitische regelgeving te helpen invoeren:
‘In de Koran staan vele directe en indirecte, impliciete en expliciete aanduidingen die aangeven dat het institueren van de islamitische bepalingen voor de moslim een vereiste is. Degene die kerk en staat gescheiden wilt houden, beschouwd zich superieur aan de wet van Allah en schendt daarmee de grondbeginselen van de Koran.”
Mohammed regeerde op basis van Allah’s autoriteit en legde zijn beslissingen nooit voor aan het volk. Evenmin kent de 1400 jaar lange islamitische geschiedenis in het Midden-Oosten en Perzië een democratische traditie. Als morgen de hele mensheid islamitische wordt, is het zeer twijfelachtig of het democratische recht kan blijven bestaan.
Zoals een andere geestelijke,
Sufi Mohammed onlangs stelde,
“Ware islam staat geen verkiezingen toe, noch democratie.”