Als je Mohammed gehoorzaamt, dan gehoorzaam je Allah.
door Ibn Sufi al Kitab
Deze soera is het zoveelste hoofdstuk ter verdediging van Mohammeds leiderschap.
In veel hoofdstukken wordt de lezer geconfronteerd met de belangrijkste verteller – de maangod Allah of Ali-ilah – die Mohammed tot belangrijkste persoon van deze moslimbeweging benoemt.
Een nogal vreemde gang van zaken is dat deze ‘God’ alles in het werk stelt om Mohammed te behagen.
Een echte God helpt een mens niet bij het genereren van buitensporige winsten uit slavenhandel, het ondersteunen van seksuele vergrijpen en politieke macht. In ieder geval, herhaalt Allah tot vervelens toe, dat moslims hun gekozen leider op aarde moeten gehoorzamen.
De zogenaamde zuivere en goddelijk gesanctioneerde uitspraken worden enkel toegeschreven aan de ongeletterde ‘profeet’ van Mekka,
”O gij gelovigen, verheft uw stem niet boven de stem van de profeet en spreekt niet hardop tot hem, zoals gij hardop tot elkander spreekt, opdat uw werken niet vruchteloos mogen worden zonder dat jullie het beseffen.” [49:2]
Wanneer de ongelovigen vanuit hun veilige huizen de moslims minachten of bespotten dan moeten ze worden genegeerd, want Allah met zijn macht en kennis staat aan de kant van de moslims:
“Zij, die vanuit hun woningen naar u schreeuwen – de meesten hunner hebben geen verstand..” [49:4]
Als de oprechte moslim Mohammed volgt dan zal Ali-ilah hen zegenen. Dus de vrome Moslim moet alles geloven wat Mohammed zegt;
“En weet, dat de boodschapper van Allah onder u is; als hij in verschillende opzichten aan uw wensen gehoor zou geven, zoudt gij zeker in moeilijkheden zijn geraakt….” [49:7]
Om Mohammed in zijn missie te helpen slagen, mag de moslimgemeenschap niet verdeeld raken en tegen elkaar gaan vechten. Als dat gebeurt dan kunnen zij de ongelovigen niet domineren:
“De gelovigen zijn voorzeker broeders. Bewaart daarom vrede onder uw broeders…” [49:10] en
”De ware gelovigen zijn slechts degenen, die in Allah en Zijn boodschapper geloven en daarover niet twijfelen, die met hun leven en bezittingen voor de zaak van Allah strijden. Zij zijn de waarachtigen..” [49:15]
‘Strijden met hun leven en bezittingen’ in 49:15 betekent natuurlijk geen geestelijke of spirituele strijd. Het presenteert duidelijk een materiële en militaire strijd om de maancult te verspreiden en de niet-moslims de islamitische regels en zware belastingen op te leggen. Allah is ook duidelijk in het commando aan de gelovigen; nooit twijfelen en volg enkel Mohammed. Allah heeft verplicht om uw geloof en uw levenslot in de handen van de islam/mohammed te leggen.
Dit is dezelfde foute logica als wat de culten van Hitler en Lenin hun volgers te bieden hadden. In deze context is er geen vrije wil en geen behoefte om zelfstandig en onafhankelijk na te denken. En als een moslim zich bezighoudt met zich af te scheiden van het gemeenschappelijke belang van de islamitische ‘umma’ dan zullen zij voor deze grote zonde door Allah worden gestraft.
Alleen verenigt kunnen moslims de hoop hebben om met militaire macht de ‘verdwaalde ongelovige vijand’ te bestrijden totdat zij tot de bevelen van Allah zullen terugkeren.” [49:9]
Deze tweedeling tussen ‘wij’ tegen ‘zij’ is een centraal kernpunt van de koranische geboden. In de cult van ‘islam is vrede,’ is dit een van de vele aspecten van islamitische intolerantie. De ‘’umma’’ is geen wereldgemeenschap zoals bijvoorbeeld de christenen het voorstellen. Er is alleen ‘de umma’ voor de islam/moslims met aldus de bedoeling dat de wereld islamitisch moet worden en dat Allah op een dag zijn belofte aan Mohammed zal vervullen; dat de gehele mensheid aan zijn cult onderworpen zal zijn. Zoals Allah in soera 2 duidelijk stelt.
2:256 wordt door de islam-is-vrede propagandisten altijd als bewijs gebruikt voor hun islamitische gematigdheid. De verklaring luidt; ‘er is geen dwang in godsdienst.’ Dit wordt onmiddellijk vervolgd met verzen waarin verklaard wordt dat de ongelovigen in de hel zullen sterven en bestreden moeten worden;
‘’Maar de vrienden der niet-moslims zijn de duivelen, dezen zijn de bewoners van het vuur…2:257 ]’’
2:115. En aan Allah behoort het oosten en het westen; waarheen u zich ook wendt, het aangezicht van Allah is overal. Zeker, Allah is Alomvattend, Alwetend.
Dit is vrij duidelijk. Alle mensen op deze wereld dienen tot Allah te bidden. Dit heet imperialistisch fatalisme. Allah zal de wereld veroveren omdat hij het zegt. Soera 49 ondersteunt gewoon wat soera 2 eerder gepredikt heeft.
Mohammed is de belangrijkste man. Moslims hebben de plicht om de ongelovigen te bestrijden; de plicht om verenigd te blijven; de plicht om Mohammeds agenda voort te zetten en nooit vergeten dat aan Allah het oosten en het westen behoort. En voor diegene die hier niet aan mee willen doen, eindigt dit hoofdstuk met de sinistere tekst;
“Waarlijk, Allah weet de geheimen van de hemelen en de aarde en Allah ziet alles wat u doet.” [49:18]
Allah als Big Brother. Hij kent uw gedachten en als ze onzuiver zijn, zit u in de problemen en volgt er waarschijnlijk een straf.