In essentie is de islam een veroveringsideologie; een totalitaire ideologie met een religieus randje die de samenleving tot in de kleinste vezel wil beheersen. Wijlen Pim Fortuyn had het in 1997 al over ‘de islamisering van onze cultuur’. De islamisering van een samenleving of cultuur geeft de evolutie aan waarbij steeds meer facetten van die samenleving of cultuur worden beïnvloed en gedomineerd door de wetten van de islam, vervat in de sharia. Het einddoel is een (wereldomvattend) Kalifaat.
Islamisering is dus een evolutie die een fundamenteel gevaar vormt voor onze vrije, democratische samenleving en cultuur. Islamisering betekent cultureel-religieuze genocide, zoals historisch o.a. kan worden vastgesteld aan de hand van de islamisering van de Iraans-Perzische cultuur (zie foto boven).
‘Islamisering’
De term ‘islamisering’ is oorspronkelijk bedacht door moslims zelf, om de omschakeling van een ‘ongelovige’, niet-islamitische samenleving naar een zogenaamd ‘verlichte’, islamitische samenleving te beschrijven. Het fenomeen islamisering bestaat sinds de islamitische profeet Mohammed leefde, zo’n 1400 jaar geleden. Ondertussen is de islamisering bijzonder effectief gebleken, want vandaag is de islam de belangrijkste religieuze ideologie in maar liefst 57 landen. De Organisatie van de Islamitische Coöperatie (OIC), die de 57 moslimlanden verenigt, is een van ‘s werelds grootste supranationale organisaties die alleen de Verenigde Naties (VN) moet laten voorgaan.
Heel wat oorspronkelijke culturen en volkeren in Azië en Afrika werden grotendeels met geweld geïslamiseerd, en dit via de islamitische opdracht tot het voeren van gewelddadige jihad. Europa is dat tragische lot gelukkig twee keer bespaard gebleven doordat helden zich met succes verzette: in 732 (Karel Martel, Slag bij Poitiers) en in 1683 (Jan Sobieski, Beleg van Wenen).
Gewelddadige jihad
De gewelddadige jihad en het zaaien van islamitische terreur zijn inherent aan de islamitische leer, en een doeltreffend middel om te islamiseren. De jihadistische aanslagen in Parijs op het satirisch magazine Charlie Hebdo (volgens de islamitische leer mag niet worden gespot met de islam) en op de
Joodse supermarkt (de islam is extreem antisemitisch), hebben dan ook als doel het Vrije Westen via (zelf)censuur stukje bij beetje islamitischer en dus onvrijer te maken; om stukje bij beetje de democratische rechtsstaat te vervangen door de sharia of islamitische wet en het einddoel te verwezenlijken: een (wereldomvattend) Kalifaat. Het énige verschil tussen de jihadisten van Parijs en die van Al Qaida, Boko Haram, Al Nusra, de Moslimbroederschap, Hamas, Taliban, Islamitische Staat,
Al Shabaab, Jemaah Islamiyah, Abu Sayyaf, Ansar al-Sharia, Hizb ut-Tahrir enzovoort, is hun
actieradius – die praktisch wordt beperkt – en af en toe hun strategie – die doorgaans eveneens afhankelijk is van externe en lokale factoren. Het doel is echter steeds hetzelfde: islamiseren door de sharia in te voeren en een wereldwijd kalifaat na te streven, en dit ten koste van menselijke waardigheid en vrijheid.
Sluipende jihad
Maar islamisering vindt niet alleen plaats via de gewelddadige jihad. Een arm, corrupt, kwetsbaar land met veel moslims (een meerderheid of een grote minderheid) met een achterlijke, tribale cultuur, zoals Nigeria (cfr. Boko Haram), is vrij eenvoudig te islamiseren met het zaaien van terreur en grof jihadistisch geweld – naar het voorbeeld van profeet Mohammed die in de zevende eeuw de islam met het zwaard verspreidde.
Het Westen of Europa echter, dat op economisch, politiek en militair vlak superieur is, is moeilijker en alleszins niet (louter) met jihadistisch geweld te islamiseren.
Europa wordt vandaag dan ook voor de derde keer (na Poitiers in 732 en Wenen in 1683) getroffen door islamisering, maar dit keer vindt de jihad evenzeer plaats op niet-gewelddadige en ‘sluipende’ wijze. Islamitische leiders en theologen hebben hun strategie immers gemoderniseerd en maken gewag van ‘demografische jihad’, ‘juridische jihad’ en ‘academische jihad’: een niet-gewelddadige jihad ‘onder de radar’, zeg maar, door de Amerikaanse islamexpert Robert Spencer omschreven als ‘stealth jihad’. ‘
Gemoderniseerd’ is eigenlijk niet helemaal correct uitgedrukt, daar dit soort nietgewelddadige jihad evenzeer perfect kadert in de strategie die profeet Mohammed aanwendde zolang hij nog in de minderheid was en niet sterk genoeg om met geweld te veroveren en te islamiseren. De bronnen van de islam zijn wat dat betreft helder en leggen de moslim in essentie op:
wees zoet en zacht zolang je nog niet sterk genoeg bent, maar sla toe wanneer je voldoende
middelen en slagkracht hebt; pleeg met andere woorden ‘taqiyya’: lieg en misleid wanneer dat de islamisering vooruithelpt.
Heel wat moslims in Europa brengen die niet-gewelddadige jihad – bewust of onbewust – in de praktijk door dingen te zeggen of handelingen te stellen die de invloed van de islam vergroten ten faveure van onze cultuur; met hun islamvergoelijkende handelingen en/of praatjes spreiden ze het bedje voor de jihadisten en zorgen ze ervoor dat onderdelen van de sharia stukje bij beetje ingang vinden. Op die manier bewerkstelligt zowat elke (zelfverklaarde) moslim – bewust of onbewust – de islamisering van onze samenleving.
Zogenaamd ‘radicalisme’ niet verengen tot (potentiële) jihadstrijders
Wij mogen dan ook niet in de val trappen door te denken dat alle moslims die geen cartoonisten doodschieten, gematigd zijn of geen gevaar inzake de islamisering van onze cultuur vormen. Om een typerend voorbeeld te geven: na de jihad-aanslag op Charlie Hebdo te hebben veroordeeld zei de voorzitter van de Unie van Franse Moskeeën dat de satirische cartoons ‘aanvallen op moslims’ zijn.
Deze gezaghebbende moslim mag dan wel geen gewelddadige jihadist zijn of (openlijk) het jihadgeweld verheerlijken, met een dergelijke uitspraak suggereert hij dat hij een verbod op het publiceren van zulke cartoons wel zou zien zitten – geheel volgens de sharia. Bovendien is zijn uitspraak in de huidige explosieve context levensgevaarlijk en zo goed als een oproep tot gewelddadige jihad – ‘aanvallen op moslims’ kunnen volgens de islamitische leer immers niet onbestraft blijven.
Jammer genoeg staat hij met dergelijke islamitische ideeën symbool voor talloze moslims in Europa die, al dan niet onder druk, het recente jihad-geweld in Frankrijk dan wel afkeuren, maar die afkeuring telkens opnieuw laten volgen door een minstens even sterke veroordeling van de publicatie van Mohammed-cartoons. Het is dan ook een fundamentele en pertinente vraag in hoeverre zulke moslims, indien ze de mogelijkheid hadden, de sharia of onderdelen ervan in onze samenleving zouden invoeren. Heel wat zogenaamde ‘gematigde moslims’ spreiden met andere woorden het bedje voor de zogenaamde ‘radicale moslims’ door, bewust (‘taqiyya’) of onbewust, te liegen over de islam. Recent onderzoek (2013) van het Centrum voor
Sociaal Onderzoek uit Berlijn (het ‘Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung’ of ‘WZB’) bij Turkse en Marokkaanse moslims in zes Europese landen (Oostenrijk, België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en Zweden), toont aan dat meer dan 60 procent van de moslims radicale islamitische denkbeelden heeft. Kortom: het zogenaamde ‘radicalisme’ mag niet worden verengd tot ‘slechts’ de (potentiële) jihadstrijders die naar Syrië of elders (willen) vertrekken en nadien terugkeren.
‘Islamofobie’?
Wie ontkent dat de jihad ter islamisering, in welke verschijningsvorm ook, een substantieel
onderdeel uitmaakt van de islam, ontkent het bestaan van het islamitische visioen van de door Allah gewilde maatschappij, en ontkent daarmee ook wat vele moslims eeuwenlang ten diepste heeft bewogen en nog altijd beweegt.
Toch wordt het fenomeen ‘islamisering’ niet serieus genomen en afgedaan als waanbeeld-terminologie van zogenaamde ‘islamofoben’ – een ziektebeeld dat de politiek correcte elite als fellow-traveller van de islam(isering) heeft bedacht voor islamcritici en voor mensen die zich begrijpelijkerwijze zorgen maken om de toenemende invloed van de islam.
Uitingen van islamisering
Uitingen van islamisering, een gevolg van de (sluipende) jihad, zijn:
de bouw van moskeeën;
minaretten op moskeeën;
vijf maal daags de openbare oproep tot het islamitische gebed (de ‘azan’);
de verwijdering van christelijke of andere symbolen eigen aan onze cultuur;
het in scholen niet meer durven of kunnen lesgeven over seksualiteit en de Holocaust
islamitisch onderwijs;
islamlessen; bidfaciliteiten en halalvoedsel in de werkomgeving en op andere plekken, zoals luchthavens, gevangenissen en sportclubs;
homoseksuelen en Joden die hun eigenheid verbergen;
vrouwen die hun vrouwelijkheid verbergen;
het genitaal verminken van vrouwen;
het scheiden van mannen en vrouwen;
eerwraakmoorden; schrijvers, kunstenaars en cabaretiers die zichzelf censureren;
islamcritici die worden bedreigd en/of vervolgd; halalwinkels;
Arabische opschriften in het straatbeeld; imamopleidingen;
moslim radiozenders;
islamconsulenten in de gevangenis;
ritueel onverdoofd slachten;
hoofddoeken-, nikab- en boerkadracht;
gepropageerde leugens over de islam als zogenaamde ‘religie van de vrede’;
historische leugens over de bloedige jihad-geschiedenis van de islam;
islamitisch bankieren (‘halal’, volgens de principes van de sharia);
het introduceren van islamitische feestdagen in onze kalender, op school of in de werkomgeving;
shariarechtbanken;
sinistere moslimbeurzen;
demonstraties van boze moslims tegen ‘beledigende’ cartoons, boeken of films;
overheden die overleggen met islamitische organen of organisaties of er steun bij zoeken om bepaalde problemen aan te pakken;
westerse rechters die bij hun rechtspraak rekening houden met de sharia;
vertrekkende en terugkerende jihadisten enzovoort.
Eigenlijk draagt elke uiting van de islam, zowel achter gesloten deuren als in de openbare ruimte, alsook elke islamitische eis tot uitzonderlijke of specifieke regelingen waar wij op ingaan, bij tot de islamisering van onze samenleving en cultuur. De voorbeelden zijn wat dat betreft legio, en het zou een apart boekwerk eisen om ze van pakweg de laatste 15 jaar allemaal op te sommen.
Islamiseringsproces = sluipend gif
Zoals de vele hierboven aangehaalde voorbeelden van ‘uitingen van islamisering’ aantonen, wordt de islamisering gevoed door vele en verscheidene islamitische symptomen, fenomenen en eisen.
Islamisering is dus bijzonder moeilijk wetenschappelijk te meten. Bovendien zijn de (betrouwbare) cijfergegevens die wij te onzer beschikking hebben beperkt. Dat maakt het proces van de islamisering dubbel gevaarlijk: het is een sluipend gif.
Momenteel is het Westen als een kikker in een pot water die traag maar zeker aan het opwarmen is. Als dat water straks plots het kookpunt bereikt, is het te laat: dan leven we in een kalifaat, een gevoel dat men nu al heeft wanneer men door bepaalde Antwerpse, Brusselse of andere Europese wijken loopt waar moslims, moskeeën, halalwinkels en
hoofddoeken de toon zetten.