Beste heer Ali Sina,
Een van mijn vrienden met wie ik een discussie had beweert dat de islam absoluut geen respect voor werken heeft en de voorkeur geeft aan plundering als bron van welvaart. Zijn conclusie is dan ook dat culturen op basis van de islam gewoon niet in staat zijn om bloeiende economieën te creëren.
Heeft mijn vriend gelijk?
Ali Sina; ‘Uw vriend heeft gelijk. Mohammed toonde geen respect voor productief werken. Met betrekking tot landbouwwerktuigen zei hij,
“er is geen plaats voor dit soort werktuigen, het zal door Allah tot vernedering leiden.” [Bukhari: 3: 39: 514]
De reden waarom Mohammed zo minachtend tegenover de landbouw stond, was omdat Mohammed jihadisten nodig had. Landbouw vereist inzet voor het land. Een boer kan een gecultiveerd land niet weken of maanden verlaten om overvallen te plegen.’
Hij zei: “als je landbouwer wilt zijn, dan doe je afstand van de jihad. Allah zal u vernederen zolang u niet naar uw oorspronkelijke religie terugkeert. ” [Dawud: 23: 3455]
Mohammed vertelde het volgende verhaal;
“Een van de bewoners in het paradijs vraagt Allah toestemming om land te cultiveren. Allah vraagt, ‘Leef je niet naar de genoegens die je wenst,’ De bewoner zegt, “Ja, maar ik wil graag land gaan cultiveren.” Dus Mohammed vertelde de man dat het zal worden toegestaan zaden te zaaien en te laten groeien zo hoog als bergen, met in een oogwenk vruchten, klaar om te plukken en dan zal Allah zeggen: ‘O zoon van Adam! Verzamel de oogst; het zal u niet bevredigen.’ [Bukhari. 3: 39: 538]
De moraal van dit verhaal is dat enkel hebzuchtige mensen landbouwer willen worden. Een ware moslim moet tevreden zijn met wat hij verdient met de buit, wat natuurlijk veel meer opbracht. Door het overvallen van dorpen en steden, konden de jihadisten ongewapende mensen overrompelen en hun rijkdommen plunderen.
Geen van deze wetten van de islam hebben een vervaldatum. Dus ook in de tegenwoordige tijd mogen moslim-inkomsten uit ‘buit’ bestaan.
De islamitische site Islamicawakening.com schrijft:
“De profeet zei,”mijn levensonderhoud ligt in de schaduw van mijn speer, en wie mijn bevelen niet gehoorzaamd zal vernederd worden.” (Sahih Bukhari, p.408, vol.1)
Genoemd wordt de verdienstelijkheid van de speer en deze hadith geeft tevens het bewijs dat gestolen buit toelaatbaar is gemaakt voor de islamitische wereldgemeenschap.
Uit de verschillende wapens die destijds werden gebruikt kiest Mohammed de speer als “levensonderhoud,” omdat een speer een verwijzing is naar de islamitisch vlag die er aan bevestigt werd.
Allah classificeerde de rijkdom uit rooftochten als gerechtvaardigde rijkdom:
“En onthoud dat wanneer u met weinigen zijn en bang bent gevangen te worden. Weet dan dat Hij u voor een veilige plaats voorziet, en Hij u sterkt met Zijn hulp en u van ‘goede dingen’ vervult zodat u dankbaar zou kunnen zijn.” (Anfal: 26).
De “goede dingen” (tayyab), in het bovenstaande vers is uitgelegd als buit.
De islamitische economie werd destijds verzekert door middel van plunderingen. Een dergelijke economie is als een fiets. U moet blijven trappen anders valt u om.
Toen Mark Twain het Ottomaanse Rijk bezocht, werd hij getroffen door het gebrek aan technologische vooruitgang en de alomtegenwoordigheid van onwetendheid in het algemeen. Hij schreef,
“de ploegen die deze mensen gebruiken zijn gewoon scherpe stokken, en op een manier zoals Abraham duizenden jaren geleden ook ploegde. Hetzelfde met tarwe, men gooit het in de lucht om de wind het kaf te laten scheiden. Ze hebben nooit iets verzonnen, nooit iets geleerd.”
Twain was ook niet onder de indruk van het islamitisch concept van deugdzaamheid. Hij zei:
“moskeeën zijn er genoeg, kerken zijn er genoeg, begraafplaatsen zijn er genoeg, maar moraal en whiskey zijn schaars. De Koran staat een drankje niet toe maar bewonderen wel de sultan vanwege zijn achthonderd vrouwen. Het maakt dat onze wangen branden met schaamte dat zoiets hier in Turkije is toegestaan.”
Moslims zien dat ze arm zijn, terwijl de meeste niet-moslims beter af zijn. Maar omdat de Turken denken dat Allah het wettig heeft gemaakt om de niet-moslim te plunderen, beschouwen ze hun gestolen rijkdommen als dat van hun eigen.
Een fatsoenlijk concept van beschaafde ethiek en moraal is voor de ‘moslim’ net zo vreemd als dat kamelen van de Noordpool komen. Voor een moslim wordt goed en kwaad niet bepaald door de normen van de gouden regel, maar door wat Mohammed heeft toegestaan en verboden. Moslims zullen hun geweten nooit gebruiken om de islamitische moraal te veroordelen en zijn trots in het volgen en gehoorzamen van hun geloof, maar niet in het overdenken, bekritiseren en onderzoeken.
Zie ook hier
Zie ook hier